Het dames kasteel: Chenonceau

 

In het departement Indre-et-Loire ligt hij dan, één van mijn favorieten: het kasteel Chenonceau.

 

Het leuke aan dit kasteel is dat het bekend staat om zijn geschiedenis: het is namelijk door vrouwen gemaakt tot wat het nu is. Wikipedia zegt dat de eerste Catherine Briçonnet was, de website van het kasteel zegt dat het Diane de Poitiers was. Ik zal maar beginnen met Catherine omdat het uitlegt waarom het in Diane de Poitier’s tijd een ruïne was. Het zit namelijk zo: Catherine Brinçonnet, zorgde voor de verbouwingen van het kasteel tijdens de vele reizen van haar man. Toen zij beiden overleden bleken ze flinke schulden gemaakt te hebben en die moest hun zoon allemaal betalen. Die heeft toen het kasteel opgegeven aan Koning Frans I die er tot zijn dood helemaal niks aan deed – vooral omdat hij Chambord (dat trouwens nog niet af was toen hij overleed) interessanter vond. Nieuwe koning dan maar: Henri II. Hij gaf het kasteel aan zijn meesteres: Diane de Poitiers. Leuk cadeau! Een kasteel dat half uit elkaar valt! Zij herstelt het kasteel en voegt er de brug aan toe. Doordat zij de officiële eigenares is, het kasteel dus niet echt meer deel uitmaakt van de koninklijke inboedel, wordt het tijdens de Franse Revolutie, twee eeuwen later, gespaard.

 

Na de dood van Henri II wil zijn vrouw, Catherine de Medicis, het kasteel voor zichzelf hebben. Voor diegenen die haar niet kennen, ze is een pittige tante en krijgt dan ook het kasteel in ruil voor het kasteel van Chaumont-sur-Loire (een paar kilometer verderop). Zij voegt onder andere de twee etages op de brug toe, zodat het kasteel nét zo mooi en majestueus is als de rest van de kastelen in de regio. Een paar jaar later krijgt een rouwende Louise de Lorraine, vrouw van de zoon van Catherine de Medicis, het kasteel. Ze is diep getraumatiseerd door het verlies van haar man Henri III en wordt dan ook de Dame Blanche de Chenonceau genoemd.

 

 

 

Het kasteel is somber, levenloos. Haar kamer die men nog steeds kan bezoeken, is nu nog steeds helemaal in het zwart beschilderd. Het kasteel wordt van generatie op generatie overgedragen tot we de volgende person of interest tegenkomen: Louise Dupin. Zij houdt in Chenonceau bijeenkomsten van de grootste filosofen van de Lumières (ca. 18de eeuw) zoals onder anderen Jean-Jacques Rousseau. Tijdens de eerste wereldoorlog wordt Chenonceau gebruikt als militair ziekenhuis. Er staan 120 bedden in de grote hallen van het kasteel; de begane grond wordt als O.K. gebruikt.

 

Back to the future dan maar: het kasteel is nu één van de bekendste van de regio en waarschijnlijk de populairste van het departement. Het heeft mooie tuinen, een gastronomisch restaurant, een normaal restaurant, tearoom en voor de kleintjes een super leuk doolhof!

 

Wat kun je verwachten als je het bezoekt? 

Heel veel zalen zijn open en zijn dus te bezoeken. Het staat veel voller dan grotere kastelen zoals Chambord. Op de tweede verdieping is er een museumzaal met de geschiedenis van het kasteel. Je kunt een boottocht maken op de Cher. Je vaart dan onder het bruggedeelte van het kasteel door en ziet dan van dichtbij waar ze vroeger de etenswaren naar de keuken brachten. In de zomer zijn er vaak animaties; in 2018 waren dat avonden met overal lichtjes en muziek, waarschijnlijk doen ze dat elk jaar weer.

 

Oké top! Daar wil ik heen! Wacht even, hoe kom ik daar?

Het kasteel ligt nét naast het treinstation. Je kunt er dus met de trein (vanaf Tours of Nevers) komen, maar ook met de bus vanuit Tours of gewoon met de auto. Je kunt het ook vanuit Tours ernaartoe fietsen, maar gezien Frankrijk nét iets heuvelachtiger is dan Nederland en Franse mensen het niet zo gewend zijn om fietsers te zien is dat meer iets voor de dappere tuinkabouters onder ons.

 

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *